+32 495 570 118

Inleefreis door Zuid-Marokko (17 – 24 oktober 2018)

Woensdag 17 oktober 2018

Na een ritje van 95 km komen we aan de Kasbah Tizourgane, een zeer leuke eerste kennismaking met Zuid-Marokko. De eigenaar,  Jamal Moussali, gaf zijn job als hotelier in Casablanca op om de Kasbah te restaureren. Hij maakte van een ruïne een pareltje. De imposante Kasbah, die 200 ruimtes telt, is gebouwd in de XIIIe eeuw. Deze versterkte graanburcht – agadir – had als doel om mensen een veilig onderkomen te geven en plunderingen te voorkomen. Het gebouw is met leistenen en zonder moortel gemaakt. De kleurrijke deuren zijn authentieke en heel fotogeniek. Malika heeft voor ons een driegangenmenu bereid: omelette berbère, couscous royal en verse fruitsla. Op het terras genieten we van de prachtige vergezichten. Daarna krijgen we een interessante rondleiding door de vrouw des huizes.

Malika leidt ons rond

In de late namiddag bezoeken we in Oumesnat een van de oudste berberhuizen van de streek, het ‘Maison Traditionelle’.  De eigenaar is blind. Daarom zorgt zijn zoon voor een boeiende rondleiding. In de gastenkamer genieten we van thee, koekjes en berbermuziek.

 

De oude, blinde man                      In stilte genieten

We wandelen door de Amandelvallei en het oude dorp, dat ernstig in verval is. Zelfs de dikste muren bezwijken onder de combinatie van weer, wind en tijd. We bewonderen de ramen met rijk houtsnijwerk, de oude berbersymbolen en het weelderig smeedijzer.

Zonsondergang in de Amandelvallei
Donderdag 18 oktober 2018

Vandaag staat er een rit met een 4X4 op het programma en een wandeling in de prachtige smalle kloof en de oase van Ait Mansour. Een bijzondere ervaring. In dit immense landschap kan een mens zich alleen maar klein voelen.

We geraken aan de babbel met een oude man, de uitbater van ‘Chez Messaoud’. Giscard d’Estaing ging ons voor en hij was bijzonder tevreden over zijn passage. De bewijzen liggen niet op tafel, maar hangen aan de muur.

Giscard d’Estaing, ‘mon copain’

Tijd voor een lekkere couscous, ‘Chez l’Habitant’ deze keer. Rachid en zijn vrouw zijn bijzonder hartelijk. We zijn direct ingeburgerd. Authenticiteit troef. Meer moet dat niet zijn.

Vrijdag 19 oktober 2018

Via de Col de Kerdous – vandaag in een dikke mist gehuld – rijden we naar Tiznit, bekend voor zijn ‘Souk des Bijoutiers’. De joden die er ooit woonden, zijn naar Israël vertrokken. Toch wordt het ambacht van zilversmid hier nog uitgeoefend. We gaan naar de oude souk, we verkennen de oude Joodse wijk, de stadsmuren,… Het leven zoals het is… in Zuid-Marokko. ’s Middags eten we in een prachtig restaurantje in de oude Medina, in de schaduw van de vijgenboom. De uitbaters zijn bijzonder sympathiek. Het eten (vis met frietjes) is erg lekker.

Lunch onder de vijgenboom

In de namiddag vrije tijd in Riad Janoub, een miniparadijs in de oude stad met een schitterende tuin en zwembad. Eigenaar Aby, een Belg met Marokkaanse roots, is een gedroomde gids. Zelfs de deuren van het gloednieuwe berbermuseum – getekend door de beroemde architecte Selma Najdi – gaan voor ons open. Het museum staat nog altijd in de steigers, maar we kunnen nu al de architectuur bewonderen.

Daarna snuiven we een vleugje Afrika op bij het aanschouwen van de pisémuren van de oude stadsmuur en de ‘Grote moskee’, die qua constructie lijkt op de Saharagebouwen in Mali. We passeren ook de blauwe bron en brengen nog een bezoekje aan het jeugdhuis. Er is een mooie afsluiter voorzien, een Arabische avond met kalligrafie, henna en vooral prachtige Gnau-muziek.

 

Riad Janoub in Tiznit

Zaterdag 20 oktober 2018

We rijden naar Guelmin, de poort naar de woestijn en de stad van de blauwe gewaden. Het was ooit de toegangspoort tot de Sahara en een drukke handelsplaats. De boeren uit de vruchtbare Sousvallei dreven er handel met de nomaden uit het zuiden. Op zaterdag is er in Guelmin een authentieke kamelenmarkt. We nemen een forse duik in het traditioneel dagelijks leven in Zuid-Marokko. Er worden kamelen, geiten en schapen verhandeld en ook heerlijke verse kruiden, vlees, vis, groenten en fruit.

 

In het centrum van Guelmin brengen we een bezoek aan een project voor weeskinderen. We worden er vriendelijk ontvangen door een heel comité. Na de deskundige uitleg over het peterschap, moeten we op de foto en op de film.

We rijden daarna naar de prachtige oase van Tighmert, waar we lunchen, met zicht op de oase. Met onze privégids, Abdou, wandelen we tussen de palmbomen en langs de irrigatiekanaaltjes naar een eeuwenoude lemen kasbah, tegenwoordig een museum met honderden voorwerpen, de stille getuigen van het zware woestijnleven.

Zondag 21 oktober 2018

Vandaag bezoeken we Sidi Ifni, een vroegere Spaanse enclave, die in 1969 overgedragen werd aan Marokko. De oude huizen zijn wit geverfd, de deuren en raamkozijnen blauw. De Spanjaarden noemden de stad vroeger Santa Cuz del Mar Pequena. Er wordt een aardig woordje Spaans gesproken. De lokale bevolking supportert ook voor Spaanse voetbalploegen en begroet je soms met ola ipv bonjour. Het koloniale bestuur in Madrid deed minder dan het minimum om de bewoners van het visserstadje een leven te geven. Het bouwde koloniale villa’s voor de plaatselijke besturen èn een kabelbaan, met één betonnen voet pal in de ondiepe zee, om boten te laden en te lossen. Hier starten we de dag. De ‘oude haven’ is een indrukwekkend stukje industriële archeologie. We zien de oude, zwevende wagons en de vervallen pilaren in de zee. Goederen en passagiers werden vroeger met een kabelspoor aan land gebracht.

Sidi Ifni téléphérique

We flaneren in het centrum van Sidi Ifni door de oude Spaanse wijk: het consulaat, de vuurtoren, het stadhuis, de vroegere kerk, een mooi hotel,… Prachtige stukjes art deco. We hebben een afspraak met de onderburgemeester van Sidi Ifni. Hij zorgt dat de deuren van het museum en van de oude Spaanse ‘Cine Avenida’ voor ons opengaan.

De ‘onderburgemeester’  van Sidi

In het museum hebben ze het volledige bestuur opgetrommeld: de voorzitter, de ondervoorzitter, de gids, de fotograaf,….  Het lijkt wel alsof wij een grotere bezienswaardigheid zijn voor hen dan het museum voor ons. Op het einde van ons bezoek verbroederen en verzusteren we samen voor de Marokkaanse vlag. Later op de dag lezen we op facebook dat er een Europese Belgische delegatie op bezoek was. De wereld is klein.

Bezoek van een delegatie uit België

Onze volgende halte is in Legzira, wereldberoemd voor zijn arches. In september 2016 is de grootste arche ingestort door erosie. Gelukkig is de mooiste arche er nog steeds. Op het strand van Lagzira zijn er enkele kleine cafeetjes, een pleisterplek voor de Marokkanen uit de buurt. De sfeer is er nog altijd authentiek. Er wonen ook mensen in eenvoudige huisjes onder de rotsformaties. We wandelen op het strand, voetjes in het zand of in de zee…. De arche is adembenemend mooi!

Zondag-7-oktober-2017- Lagzira, wereldberoemd voor zijn arches

Maandag 22 oktober 2018

Een bezoek aan Arbaa Sahel laat je nooit onberoerd. De tijd is hier letterlijk blijven stilstaan. We struinen door de oude souk, in 1930 gebouwd door de Fransen. Apothekersassistent Abdou sluit zijn apotheek om met ons naar een pedagogische boerderij te gaan. Hier krijgen jongeren de kans om te leren groenten telen. Een boeiende ontmoeting en een interessant project.

 

Ook Mirleft loont de moeite. De sfeer uit de jaren zeventig – toen Mirleft een flower-power dorp was – hangt er nog steeds in de lucht. We flaneren langs de hoofdstraat met zijn prachtige arcades en leuke winkeltjes.

Dinsdag 23 oktober 2018

We nemen met pijn in het hart afscheid van Hotel ‘Un Thé au bout du Monde’. Michèle, Dan en het team hebben ons de afgelopen dagen (en nachten) in de watten gelegd.

De ‘jardinier’, innemend als altijd

We rijden naar Taroudant, een levendig marktstadje met een schilderachtige souk en imposante stadswallen. Deze stad wordt ook ‘Klein Marrakech’ genoemd. Dit is het centrum van de vruchtbare Souss-vallei, waar groenten en fruit welig tieren. De stad ligt fantastisch tegen de bergtoppen van de Hoge Atlas. De souks, steegjes en pleinen hebben iets ‘betoverend’, voor wie zich door de charme laat inpalmen. We starten onze wandeling in het Palais Salam, een oud paleis van de pasha. Jammer dat het zo verwaarloosd is, want het moet ooit een prachtige plek geweest zijn.

Palais Salam, vergane glorie

Mustafa, een ‘Duracell’-gids leidt ons door de chaotische stad. Op het grote plein zijn er muzikanten en verhalenvertellers en worden er ‘speciale’ medicamenten verkocht. Dan is het tijd voor een juwelier die ons een demonstratie geeft. Hij maakt juwelen met een combinatie van zilver en ebbenhout. We laten ons verleiden tot verschillende aankopen. Als volleerde Marokkanen halen we het onderste uit de kan.

Privétransport voor Jean-Pierre en Monique

Het is een klein uurtje rijden naar Villate Limoune, een schitterend hotel in een uitgestrekt domein met een bananenplantage, hectares sinaasappelbomen, een grote biologische tuin, een mini-zoo en bovenal prachtig ingerichte kamers. De zon gaat onder en al snel hebben we het gevoel in een sprookje van 1001 nachten te vertoeven. We genieten van een overheerlijk diner onder de sinaasappelbomen om daarna samen kampvuurliedjes te zingen in de tuin. Een mooiere afsluiter kan je je niet dromen!

 

 

Vraag mijn hulp bij je reisplannen!

Related Posts

Leave a Reply