Van 18 tot 25 april reisde ik met een groep fijne mensen naar de Veneto in Noord-Italië. We logeerden in Montegrotto Terme, een thermaal stadje van waaruit we dagelijks met de trein op uitstap gingen. De trein nemen in Italië, altijd een beetje reizen!
19 april 2018: stadsbezoek Venetië
Venetië telt 118 eilanden, meer dan 177 natuurlijke kanalen (in totaal 17 km) en 400 bruggen. De stad is met miljoenen houten pijlers in het slib vastgemaakt.
We starten onze dag bij het ochtendgloren op de Canal Grande, dé levensader van de stad: 3,8 km lang, 30 tot 70 m breed en tot 5 m diep. Er zijn ongeveer 100 palazzi aan het Canal Grande, die over een periode van 500 jaar gebouwd werden. Het licht is prachtig en alles is nog rustig.
Een eerste blik op een indrukwekkende stad
We starten onze wandeling in de Castello-wijk, vooral bekend dankzij de Biënnale. We lopen via het oud Belgisch paviljoen (1907) naar een pittoresk straatje. Geen toeristen, wel een fantastisch terras. Tijd voor een cappuccinno. Wat een heerlijke plek! Na een mooie wandeling met een stop aan de brug der zuchten, lunchen we in Taverna Dei Doge, een authentiek Venetiaanse restaurant in de schaduw van het Dogenpaleis.

Het Dogenpaleis is een meesterwerk. Het is het uithangbord van de Venetiaanse Republiek. De doge woonde er, de grote raad kwam er bijeen en er was ook gevangenis. We vinden koelte in de San Marco-Basiliek. Van boven hebben we een prachtig zicht op de mozaïeken en op het immense vierspan met paarden die Napoleon ooit verhuisde naar zijn Parijs. Wat heerlijk toch om te flaneren op het balkon van waar de doge ooit naar de optochten keek.

Terug buiten, krijgen we een verhaal over de Torre dell’Oroglogio. Dit groot uurwerk werd door de broers Ranieri gemaakt. We werden rijkelijk beloond, maar omdat de Raad der Wijzen schrik had dat de broers ook voor andere steden hetzelfde wonder zouden maken, werden hun ogen uitgestoken. De klok duidt uren aan, de stand van de maan, de baan van de zon t.o.v. de sterrenbeelden en de seizoenen. We wandelen verder via het theater Fenice en de Bovolo-toren.
We drinken een koffie (of iets straffers) op de Campo San Bartolemeo, het plein der verliefden, ook wel ‘fluistermarktje’ genoemd. Op de hoek zien we de oude handelsbeurs van de Duitsers, waar Benetton nu een moderne winkelgalerij geopende heeft. Chique!
De bekendste brug van Venetië, Rialto, ligt op een zucht van dit plein. De eerste houten brug op deze locatie dateert al uit 1181. De brug steunde op boten. Later stortte ze een paar keer in omdat er te veel volk op stond. De naam Rialto is een samentrekking van Rivo Altus (hoge oever). De huidige stenen brug staat er sinds 1591. Ze is 48 m lang, 22 m breed en 7,50 m hoog. Beide uiteinden rusten elk op 6.000 palen. Het feit dat de brug maar één boog heeft was cruciaal omdat meerdere bogen het drukke scheepvaartverkeer zouden hinderen.

Nog een laatste krachtinspanning. Na zoveel drukte overvalt de rust in het Joodse ghetto ons. In 1516 moesten alle Joden verplicht in deze wijk komen wonen, op een apart eilandje dat slechts via twee bruggen toegankelijk is. Vroeger werden deze bruggen ‘s nachts afgesloten zodat er niemand van het eiland kon. Vanaf 17e eeuw kon getto de toenemende bevolkingsaangroei niet meer aan. Hier verrezen ooit de eerste flatgebouwen uit de geschiedenis, soms tot 8 verdiepingen hoog.
20 april 2018: Bologna
Bologna heeft verschillende bijnamen: ‘La Rossa’ (de bakstenen geven de stad een rode kleur), ‘La Turrita’ (vanwege de torens), ‘La Dotta’ (= ‘de geleerde’, oudste universiteit ter wereld – gesticht in 1088.) en ‘La Grassa’ (‘de vette’ of ‘de worstenstad’ = culinaire traditie). Wat ook typisch is, zijn de statige overdekte galerijen en portieken. In totaal zo’n 35 km.
We bezoeken de San Stefano basiliek, die opgericht werd door Sint-Petronius, de patroonheilige van de stad. Dit unieke, religieuze complex dateert uit de 5e eeuw en bestond oorspronkelijk uit 7 kerken die met elkaar verbonden waren. Sint-Petronius wilde de 7 heilige sites van Jeruzalem nabouwen, zodat de gelovigen toch op zijn minst een symbolische bedevaart zouden kunnen maken.
We flaneren tot aan de Due Torri of 2 torens: Garisenda en Asinelli. In de vroege middeleeuwen stond de stad vol met hoge torens (bijna 200), waarvan sommige meer dan tachtig meter hoog waren. Uiteindelijk zijn er nog zo’n 20 over. De bouw kon wel 10 jaar duren. Ze hellen vaarlijk over.

We wandelen door het oude Joodse kwartier tot in het hart van de studentenbuurt. Iedereen gaat op zoek naar spijs en drank.

We komen aan de Piazza Maggiore, het hart van de stad. De paleizen zijn gebouwd tussen de 14e en 16e eeuw. Onder het oudste gebouw, de Podestà, is er een fluisterhoek. Sommigen fluisteren vanuit de hoek aan de ene kant naar de hoek aan de andere kant lieve woordjes. Recht tegenover de Podestà bezoeken we de Sint-Petronius basiliek, de op 3 na grootste kerk van Italië. Omdat de Sint-Petroniusbasiliek groter dreigde te worden dan de Sint-Pietersbasiliek in Vaticaanstad, liet Paus Pius IV de bouw stilleggen. Binnen bestuderen we de 68 m lange meridiaan die de astronoom Cassini in 1655 met grote precisie over de kerkvloer legde. De lijn loopt dwars over de vloer en valt samen met de 60e meridiaan. De zon wurmt zich een gaatje in het gewelf.
De ‘Archiginnasio van Bologna’, de antieke universiteit, is vlakbij. Het was de paus die alles sponsorde. Fresco’s versieren de corridors en zalen van de antieke bibliotheek. Novelta d’Andrea, een vrouwelijke prof, zou naar het schijnt ‘van achter een gordijn’ lesgegeven hebben omdat haar uitzonderlijke schoonheid de studenten betoverde… En ze zich niet konden concentreren op de lessen. We nemen een kijkje in het anatomisch Theater, waar in de middeleeuwen autopsieën werden uitgevoerd. Alles is uitgevoerd in dennenhoutsnijwerk, de tafel is van marmer. Rondom waken in cederhout de artsen uit de oudheid, Hippocrates op kop. Nu nog een slachtoffer zoeken…

Op de universitaire banken
En dan is er nog de San Domenicokerk. Ze is minder uitbundig dan de kathedraal en minder grotesk dan de basiliek van San Petronio, zoals het past bij de bedelorde der Dominicanen. In het zijaltaar bevindt zich de schedel van de Heilige Dominicus. Er werd 300 jaar aan gewerkt door verschillende kunstenaars. De mannelijke engel is van de hand van Michelangelo.

21 april 2018: boottocht naar de eilanden van Venetië
Het zonnetje schijnt en het wordt een prachtig dagje op het water. Onze kapitein is niet veel van zegs. Gelukkig kan hij wel 2 dingen tegelijk: varen en fimpjes kijken. We stoppen eerst aan het kerkhof van Venetië, San Michele, een uitzonderlijke en ingetogen plek.
Daarna varen we naar Burano. Op dit kleurrijke lagune-eiland wordt kant en linnen verkocht. De fel geschilderde huisjes zijn erg fotogeniek. We maken er kennis met Baldassare Galuppi, (bijgenaamd Il Buranello), de componist van opera buffa (= komische opera). Hij werkt o.a. voor Tsarina Catharina de Grote in St. Petersburg. We zoeken het prachtige vissershuisje in een klein steegje. Hier werden ooit films voor kinderen geprojecteerd.

’s Middags komen we aan op het volgende eiland, Torcello. Hier werd Venetië in 421 gesticht. Het was ooit een bloeiende Romeinse kolonie met ongeveer 20.000 inwoners. Epidemieën (o.a. malarieplagen) en verzilting zorgden voor verval. Huizen en paleizen werden geplunderd, behalve de kerk en de toren. Torcello werd moerasland, bedekt met riet en helmgras. We wandelen langs het kanaal en genieten van een heerlijke lunch: spaghetti à volonté.
De basiliek van Torcello
Onze volgende stop is Murano, een cluster van kleine eilandjes die door bruggen met elkaar zijn verbonden. Sinds 1291 vormt dit eiland het centrum van de glasblaasindustrie. We bezoeken het Museo del Vetro (Glasmuseum), vlakbij de Basilica dei Santi Maria e Donato. De vloer bestaat uit middeleeuwse mozaïeken met geometrische figuren, exotische vogels, mythische wezens en onverklaarbare symbolen dateren uit 1140. En terrasjes zijn er ook. Gelukkig maar!

22 april 2018: Padua
Het belooft een spannende dag te worden. Er is vandaag een marathon in Padua… met aankomst op het grootste plein van Italië. In deze ovalen tuin, ontworpen in de 17e eeuw, stond Sint Antonius ooit te prediken. Er is een prachtig kanaal met bankjes en 78 standbeelden van bekende mensen uit Padua. Bijzonder charmant en vandaag gezellig druk en kleurrijk. De eerste lopers komen bezweet aan.
We zoeken al snel rustiger oorden op en verkennen de oudste botanische tuin van Europa, gesticht in 1545. Wat een schoonheid!
’s Middags bezoeken we de Basilica di Sant’Antonio. De patroonheilige van de verloren voorwerpen was afkomstig uit Lissabon en kwam hier terecht nadat hij in Marokko ziek geworden was. Na zijn dood in 1231 werd er een prachtige basiliek gebouwd om zijn graf in onder te brengen. De kerk heeft enkele minaretachtige torentjes en Byzantijnse koepels.

Na het middageten struinen we door het centrum van Padua, een van de gezelligste van Noord-Italië. Aan het middeleeuwse gerechtshof zijn er talloze cafés, restaurants en winkels. Hier staat ook de grootste middeleeuwse hal van Europa. Hoog tijd voor wat vrije tijd! Sommigen belanden al snel op het terras van Caffè Pedrocchi, een Grand Café dat in een prachtig gebouw gevestigd is. Het lijkt wel een Griekse tempel!
23 april 2018: Verona
Verona ligt aan een bocht van de rivier Adige. De stad is bekend dankzij Romeo & Julia en de Romeins arena. Maar er is nog veel meer te zien. De historische binnenstad van Verona staat niet voor niets op de Werelderfgoedlijst van UNESCO.

We nemen de bus tot aan de Ponte Scaligero, een middeleeuwse brug met rode bakstenen en een voorbeeld van gotische architectuur. Het versterkte kasteel Castelvecchio is tussen 1355 en 1375 door Cangrande ll gebouwd. Hij wou de macht van de familie Scaligeri in de verf zetten. Het was een versterkte burcht en toch werd hij er vermoord door zijn eigen broer.

Dan is het tijd voor wat ‘romantiek’ aan de Casa di Giulietta, het huis waar Julia Capulet zou gewoond hebben. Hoogtepunten van het huis zijn de muren waarop liefdesboodschappen worden geschreven, het balkon van Julia, het bronzen beeld van Julia en het hek vol liefdesslotjes. We krijgen er een prachtige privéopvoering door Magda en André. Chapeau!

We lunchen op een privéterras aan de rivier. We hebben er het mooiste uitzicht op de oude Romeinse brug en het Teatro Romano, het oude Romeinse theater, dat buiten de stad ligt. Hier worden er in de zomermaanden stukken van Shakespeare opgevoerd. Het wordt een gezellige middag met aperol à volonté, lekkere witte wijn, 7 hapjes vooraf en prosciutto. Meer moet dat niet zijn.

Dan is het tijd voor wat vrije tijd én de arena. Ze zijn al volop bezig met het decor voor de prachtige opera’s die hier tijdens de zomermaanden opgevoerd worden. De binnenkant van de arena uit 30 na Christus is iets minder indrukwekkend dan de buitenkant.
We hebben nog ruimschoots de tijd om in Padua de Scrovegni-kapel te bezoeken. Eerst vijftien minuten in een ‘ontsmettingskamer’ afkoelen om daarna overdonderd te worden door de fresco’s van Giotto die dateren van +/- 1306. Wat een wonder!

24 april 2018: Vincenza
Vandaag staat Vicenza, de stad van Palladio, op het programma. De bekende renaissance-architect liet zich inspireren door de oude Romeinse bouwwerken en werkte voor veel rijke Venetiaanse families. We flaneren via het park naar het Teatro Olimpico. Dit is het oudste, nog bestaande overdekte theater van Europa. Het is grotendeels opgetrokken uit hout en pleisterkalk, dat zodanig is beschilderd dat het marmer lijkt. Palladio begon met het ontwerp in 1579, maar hij stierf een jaar later. Je ziet een grote diepte, maar eigenlijk word je ter plekke bedrogen. De ware diepte bedraagt nl. 12 m.
Teatro Olimpico, (schone) schijn bedriegt
Op het centrale plein springt de Basilica Palladiana in het oog. Rond het bestaande Palazzo del la Ragione dat aan het verzakken was, heeft Palladio als het ware een marmeren omhulsel gebouwd. Het bestaat uit 2 boven elkaar geplaatste loggia’s (onderste met Dorische, bovenste met Ionische zuilen), met een indrukwekkende balustrade.
’s Avonds is er nog de grote afscheidsquiz. Met verenigde krachten slagen we erin 44 op 50 te halen. De jury was echt (niet zo) streng en toch ook wel rechtvaardig.
25 april 2018: Arqua Petrarca en Castelfranco del Veneto
Met een beetje spijt in het hart nemen we afscheid van ons hotel Olympia Terme. We hadden hier een mooie tijd samen! Gelukkig starten we de dag met een verrassing: een mooie rit door de bergen naar Arqua Petrarca, een mooi dorpje met het huis van de bekende schrijver Petrarca.
Toegegeven, het is een zware klim om er de geraken. De man wist zijn plekje wel te kiezen: een plechtstatig huis, een mooie tuin, een opgezette kat,… Meer moet dat niet zijn!

Het huis van Petrarca,
Tegen de middag zijn we in het kleine stadje Castelfranco del Veneto. Het centrum is volledig ommuurd en het kanaaltje zorgt voor romantische taferelen. We vinden een restaurant met een prachtige tuin, vlakbij de robuuste muren. Tijd voor een mooie afscheidsspeech (met dank aan André) en een gezellig etentje.
